Deze hertaling van De kleine Johannes maakt dit zinnebeeldige sprookje, waarin begrippen als natuur, liefde, geluk, verlangen, kennis en dood als personen worden opgevoerd, toegankelijk voor een nieuwe lezerskring.
Het is niet de bedoeling dat deze nieuwe uitgave het origineel verdringt. Voor de ‘oude’ lezers blijft de oorspronkelijke tekst, zowel antiquarisch als nieuw, beschikbaar.
Met vrij eenvoudige ingrepen kon de leesbaarheid worden verhoogd zonder dit klank- en kleurrijke natuursprookje aan sfeer verloor.
Woorden als ‘doch’, ‘dirkjesbos’, ‘altoos’, ‘schreien’, ‘weedom’ etc. zijn vervangen door hedendaagse equivalenten. Zorgvuldig is gekozen voor woorden die passen in de sfeer van het boekje.
Om dezelfde reden zijn de aanwijzingen van het Witte Woordenboek gevolgd.
Hier en daar zijn van één zin twee zinnen gemaakt. De negentiende-eeuwse vervoegingen zijn gemoderniseerd evenals de interpunctie. De alinea-indeling is vrijwel gelijk gebleven. De hoofdstuktitels zijn ingevoegd op basis van de studie van Jan Ligthart die in deze uitgave in verkorte vorm is opgenomen als nawoord.
(De uitgever)
‘In De kleine Johannes wordt in vier stadia de ontwikkeling geschetst van de levensfasen: de tijd van de fantasie (Windekind), de periode van vragen stellen (Wistik), de periode van onderzoek (Pluizer) en het stadium waarin het religieuze wordt gezocht. Johannes ervaart het conflict tussen gevoel en verstand en beleeft de strijd tussen schoonheidsbeleving en goedheid. Het gevoel overwint, de schoonheid wordt erkend en in goedheid wordt geleefd.
Het boekje boeit een grote lezerskring vanaf ca. 14 jaar’
J. Boulanger’s book reviews
Deze hertaling van De kleine Johannes maakt dit zinnebeeldige sprookje, waarin begrippen als natuur, liefde, geluk, verlangen, kennis en dood als personen worden opgevoerd, toegankelijk voor een nieuwe lezerskring.
Het is niet de bedoeling dat deze nieuwe uitgave het origineel verdringt. Voor de ‘oude’ lezers blijft de oorspronkelijke tekst, zowel antiquarisch als nieuw, beschikbaar.
Met vrij eenvoudige ingrepen kon de leesbaarheid worden verhoogd zonder dit klank- en kleurrijke natuursprookje aan sfeer verloor.
Woorden als ‘doch’, ‘dirkjesbos’, ‘altoos’, ‘schreien’, ‘weedom’ etc. zijn vervangen door hedendaagse equivalenten. Zorgvuldig is gekozen voor woorden die passen in de sfeer van het boekje.
Om dezelfde reden zijn de aanwijzingen van het Witte Woordenboek gevolgd.
Hier en daar zijn van één zin twee zinnen gemaakt. De negentiende-eeuwse vervoegingen zijn gemoderniseerd evenals de interpunctie. De alinea-indeling is vrijwel gelijk gebleven. De hoofdstuktitels zijn ingevoegd op basis van de studie van Jan Ligthart die in deze uitgave in verkorte vorm is opgenomen als nawoord.
(De uitgever)
‘In De kleine Johannes wordt in vier stadia de ontwikkeling geschetst van de levensfasen: de tijd van de fantasie (Windekind), de periode van vragen stellen (Wistik), de periode van onderzoek (Pluizer) en het stadium waarin het religieuze wordt gezocht. Johannes ervaart het conflict tussen gevoel en verstand en beleeft de strijd tussen schoonheidsbeleving en goedheid. Het gevoel overwint, de schoonheid wordt erkend en in goedheid wordt geleefd.
Het boekje boeit een grote lezerskring vanaf ca. 14 jaar’
(Biblion | nbc)