Paedagogische Overwegingen
Book Excerpt
Ik herinner me heel goed, dat ik het knuste vond, dat Moeder Mijnheer N. een welverdienden--psychischen--klap ging brengen, al gooide ze het tegenover mij over een anderen boeg.
Nooit heeft iemand het recht, vreemde kinderen straffen of berispingen toe te dienen. Hij mag slechts, of liever hij moet, alleen wanneer door de handeling van het onbewaakte kind, gevaar voor hem of voor de omgeving dreigt, die handeling keeren. Bij het straffen en beschuldigen moeten we er toch voor alles rekening mede houden, dat het kind de dingen soms, neen dikwijls geheel anders ziet, geheel anders toepast dan wij ouderen meenen. We moeten het kind terdege rekenschap vragen van de motieven, die hem tot de een of andere handeling geleid hebben. Alleen de opvoeder(ster), die de ziel van het kind door en door kent, zal hem zeker recht doen geschieden, juist behandelen.
Een schip kan slechts goed bestuurd worden, door zijn eigen Vader, zijn Kapitein, die met de geheele inrichting daa