Het Leven der Dieren
Het Leven der Dieren
Deel 1, Hoofdstuk 1: De Apen
Edited by S.P. Huizinga
Book Excerpt
deze schelmen een uiterst
beperkt begrip. "Wij zaaien, maar de Apen oogsten," zeggen de Arabieren
van Oostelijk-Soedan. Akkers en tuinen worden als allerbekoorlijkste
plekjes beschouwd, en zooveel mogelijk geplunderd. Iedere Aap vernielt,
als de gelegenheid schoon is, tienmaal meer dan hij opeet. Tegen zulke
spitsboeven baten geen sloten of grendels, geen heggen of muren; zij
maken de sloten open, klimmen over de muren, en wat zij niet opeten
kunnen, nemen zij mede, goud en edelgesteente incluis. Men moet met
eigen oogen een troep Apen hebben gezien, die op roof uitgaat, om
zich goed te kunnen voorstellen, dat een boer zich over deze dieven
halfdood kan ergeren. Voor wie er geen schade door lijdt, levert
echter de Aap, die, aan een rooftocht deelnemend, al zijn kracht en
vlugheid ontwikkelt, een hoogst interessant schouwspel op. Hij toont
zijn bekwaamheid in 't loopen, springen, klauteren, potsen maken en
desnoods ook in 't zwemmen. De kunstjes, die hij in de boomen verricht,
grenzen aan het ongeloofelijke. A
Editor's choice
(view all)Popular books in Nature, Non-fiction
Readers reviews
0.0
LoginSign up
Be the first to review this book