Een goudzoeker op Madagascar
Book Excerpt
Want het goud, voordat het wordt tot het droombeeld, dat vervliegt en in zijn vlucht door de geheele beschaafde menschheid wordt achtervolgd, behoort tot de allerzwaarste stoffen. De tegenwoordig geldende mijnwet geeft recht op het gebruik van zes pannen voor het zoeken naar goud, dat gratis mag geschieden. Maar de arbeiders zijn schaarsch en duur in Betsiriry. Onze beginner, die niet rijk is, zal zelf zijn pannen spoelen. Hij huurt met moeite twee Sakalaven, om de bescheiden bagage te dragen; een jonge boto of lijfbediende, dien we Rakoto zullen noemen, zal zijn tolk wezen en voltooit den staf van zijn personeel, of er moest nog een ramatoa bijkomen, een inlandsche vrouw, die bijna altijd Rasoa heet en die haar lot zou hebben willen verbinden aan dat van den Vazaha, onder welken naam op Madagascar alle blanken worden aangeduid, om hem de eenzaamheid van de wildernis dragelijker te maken.
Het klei