De mannen van '80 aan het woord
Book Excerpt
Frans Netscher was toen dien kant al opgegaan. Die schreef toentertijd heel mooie novellen in dien trant. Hij was stenograaf in de Tweede Kamer, en ik herinner me dat juist, omdat hij in een van zijn opstellen de Tweede Kamer beschreef. Dat trof mij sterk, dat boekje van dien Netscher, want ik voelde verwantschap met wat ik zelf wou. In de "Amsterdammer" van 1881 heb ik toen nog een stukje geschreven om er de aandacht op te vestigen. Het bundeltje heette: "Studies naar het naakt model". Het was wel niet precies mijn bedoeling, maar het ging toch in dezelfde richting.
Ik dweepte in die dagen met Zola. En toch wilde ik heel wat anders doen dan hij gedaan had. Ik wilde mijn werk locaal-Hollandsch maken en mijn verwantschap toonen met de groote negentiend' eeuwsche schilderkunst.
Mijn psychologie komt langs den weg van observatie en gedachte. Ik heb er nooit wetenschappelijk-psychologische werken voor bestudeerd. De schrijvers van wetenschappelijke