De Koopman van Venetië
Book Excerpt
PORTIA: Noem ze asjeblieft nog eens op; en naar je ze opnoemt zal ik ze beschrijven; en volgens mijn beschrijving laten raden naar de stemming van mijn gemoed.
NERISSA: Vooreerst dan hebben wij den Napolitaanschen prins.
PORTIA: Nu, dat is een echt veulen, 'n echt jong spring-in't-veldje, want hij doet niets dan over zijn paard praten; en hij beschouwt het als een grooten bijslag voor zijn bizondere talenten dat hij het zelf kan beslaan: ik ben erg bang dat zijn moeder het met een smid heeft gehouden.
NERISSA: Dan hebben we den Paltsgraaf.
PORTIA: Hij doet niets dan boos kijken, alsof hij zeggen wou: "Als je mij niet wilt hebben, kies dan maar een ander;" hij hoort vroolijke verhalen aan, en glimlacht niet eens,--ik vrees dat hij de weenende wijsgeer zal worden als hij oud wordt, nu hij in zijn jeugd