Ben-Hur
Book Excerpt
Toen hij ook den Egyptenaar begroet had, zeide deze met trillende stem: De Geest heeft mij het eerst hier gebracht, aan mij dus de eer van de dienaar mijner broederen te zijn. De tent is opgeslagen, het maal is gereed. Staat mij toe mijn plicht te vervullen. Hen daarop bij de hand nemend, leidde hij hen binnen, ontdeed hen van hun schoeisel, wiesch hunne voeten, goot water over hunne handen, en droogde ze af met een doek. Nadat hij ook zijn eigen handen gewasschen had, zeide hij: Komt, mijne broeders, laat ons eten, opdat wij sterk mogen zijn voor het werk dat ons wacht. Tegelijkertijd kunnen wij elkander mededeelen wie wij zijn en vanwaar wij komen.
Dus genoodigd zetten ook de anderen zich neder, bogen het hoofd, vouwden de handen op de borst en deden te zamen dit eenvoudig gebed: Vader van allen--God! wat ons is voorgezet is Uwe gave. Neem onzen dank en zegen ons, opdat wij mogen voortgaan met Uwen wil te doen.
Bij die laatste woorden sloegen zij de oogen op, en zagen elk