Beknopte handleiding voor eigenaars van kleine tuinen
Book Excerpt
Inzonderheid zijn het boomen, die in zoodanig geval beletten er iets wezenlijk goeds van te maken. Staan er hoog opgegroeide boomen met uitgestrekte takken aan den kant, dan zijn ze, aan de Zuidzijde vooral, een beletsel voor een krachtigen en gezonden groei van wat men in den tuin plant, en juist dáár zien velen ze gaarne, omdat ze in den zomer een welkome schaduw geven. Maar de tuin moet zonnig zijn; een enkele beschaduwde plek is fraai, is noodig voor waar zomergenot; een beschaduwde tuin is echter een onding, vooral wanneer die--en van de zoodanigen spreken wij hier alleen--klein is. Aan de Noordzijde kan een enkele boom minder kwaad, ofschoon ik ze in zeer kleine tuinen niet wenschelijk acht, wijl ze meestal den grond te arm maken. Men ruime ze dus zonder zich lang te bedenken, behoudens een enkele aan de Noordzijde en geheel aan het einde van den tuin, op.
Niet zelden staan er oude vruchtboomen in, die men wel gaarne zou will