Van Batavia naar Atjeh, dwars door Sumatra
Book Excerpt
Gisteren om vier uur zijn wij uit Tandjong Priok vertrokken. Enkele vrienden, landgenooten, met wie wij hier kennis hebben gemaakt en die wij, hoop ik, in Frankrijk zullen weerzien, hebben ons vergezeld trots de drukkende hitte. Ik heb Java zonder al te veel smart vaarwel gezegd, en ik gevoel volstrekt niet dien weemoed bij het scheiden, dien vele anderen hebben gevoeld. Ik hecht mij aan de menschen, niet aan de dingen. Aan landen, waar ik gewoond heb, maar waar ik geen menschen, die mij dierbaar zijn, achterlaat, gevoel ik mij slechts door zwakke banden gebonden. Het ontroert mij niet, als ik een eenmaal afgelegden weg weer betreed of bekende plaatsen terugzie, en als ik er een nieuwe vreugde vind, komt dat niet uit gevoelsoorzaken. Ik ben geen slaaf van mijn gewoonten; ik heb de ziel van een vagebond. Reizen opent de poort der droomen voor mij, omdat ik het onbekende zal binnengaan.
Die liefde voor verandering en voor iets nieuws verleent aan ieder afscheid een zekeren glans. En da