Beginselen der dierkunde
Beginselen der dierkunde
Book Excerpt
estigd is dan het been. Ook bij de viervoetige dieren zijn de achterste ledematen veel vaster met den romp verbonden dan de voorste; bij velen, zooals bij paard en rund, is zelfs geen sleutelbeen aanwezig. Wèl gaan deze dieren op de beide paren ledematen, maar het achterste paar wordt toch bepaaldelijk gebruikt om de voortbeweging tot stand te doen komen, terwijl het voorste paar meer dient, om er op te rusten. (Denk bijv. aan een paard, dat een' zwaren last tegen eene hoogte optrekt!) Die viervoetige diersoorten, welke met hunne voorste ledematen iets moeten aangrijpen of oplichten, hebben wèl sleutelbeenderen; zoo bijv. de mol, die met de voorpooten aarde verplaatst.
Bij den mensch kan het spaakbeen om de ellepijp draaien. De ellepijp (fig. 3, f) is het been, dat aan zijn achtereinde in een' knobbel (de "elleboog") eindigt; het spaakbeen (g) is het dikst aan het uiteinde vlak bij de hand, en de hand is er dan ook aan bevestigd, zoodat, wanneer het spaakbeen zich draait, de geheele hand
Editor's choice
(view all)Popular books in Science, Non-fiction
Readers reviews
0.0
LoginSign up
Be the first to review this book