Broeder en Zuster
Book Excerpt
* * * * *
Aangename stonden, vreedzame dagen waren aldus verloopen.
René zat gansch alleen in zijne kamer. Er komen uren, waarop men naar eenzaamheid verlangt. Het was een dier kalme en heerlijke Septemberavonden, in welke ons de zomer nog eens zijnen luister laat bewonderen, waarvan wij het verlies weldra zullen betreuren. Het avonduur heeft ook in zich iets poëtisch en treurigs, dat spreekt tot het gevoel van hem die er de schoonheid van verstaat. René keek door zijn open venster. Alles was zoo stil dat geen bladertje verroerde; een eenzaam krekeltje zong in het gras; eene grauwe vledermuis alleen vloog weifelend vóór hem in 't schemerlicht. Zijn oog dwaalde in de verte. Hij zag, door de reeds uitgedunde kruinen der naaste boomen, den geel-grijzen hemel aan de westerkim, waarop een scherpe toren en hier en daar de hoogste populieren zich als donkere gezichtspunten afteekenden. Hij scheen een oo