In de Amsterdamsche Jodenbuurt
Book Excerpt
In 'n andere straat zochten we naar 'n volgend adres.
In de nauwe steeg hing de grijze schemer van December-mist; het leek er zoo nauw, omdat aan weerskanten hoog de huizen muurden, zoodat het was alsof die vochtwolk daar voor goed tusschen de huiswanden beklemd bleef. Aan de eene zijde bouwden zich in één lang gelid de donkere rompen van sombere, raamlooze pakhuizen, alle gelijk aan elkaar; de meeste waren opslagplaatsen van beenen en lompen. 'n Zure wrange stank drong uit de donkere pakhuisdeuren de smalle straat in. En aan den overkant, vlak er op, woonden de vele gezinnen in die slechte huizen, waar weer verdieping op verdieping als gestampt op elkaar drukten.
Op het bovenportaal blafte 'n hoest ons al tegen; daar moesten we dan zijn. 'n Groote donkere Jodenvrouw, met stekend-z