Al de Kinderliederen
Book Excerpt
GRAZEN.
Pluk bloemen, pluk bloemen, Pluk bloemen en gras! En wrijf die elkaâr Door het haar Bij het stoeijen: Waar anders zou gras en waar bloemen voor groeijen En bloeijen!
En wie er een knorrig gezigtje Bij trekt, Of wie er bij geeuwt, Of bij schreeuwt Als wij stoeijen, Die 'hoeft niet te zien hoe de bloemkens al groeijen En bloeijen.
Hij trekk' maar naar huis En hij kruip' in den hoek, De brompot, die mort En die knort Bij het stoeijen: Voor hem is het niet, dat de bloemkens zoo groeijen En bloeijen!
KERSENTIJD.
Nu eens in 't rond gesprongen, Gesprongen hand aan hand, Nu vrolijk eens gezongen, De Zomer is in 't land; De bloesem van de boomen Vloog lang reeds wijd en zijd; De Zomer is gekomen: Nu is het kersentijd!
Wat zal ze lekker smaken Die kers, waar wijn in zit; Wat zullen wij haar kraken Die harde kersenpit; Och! waren we al gezeten Voor boordevolle schaal, Wij zouden