De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1
Book Excerpt
In de hartenstraat dan was 'n leesbibliotheek. Een kleine jongen met 'n stadskleurig gezichtje stond op de stoep, en scheen besluiteloos. Het was hem aantezien dat-i gebukt ging onder 'n plan boven z'n kracht.
Telkens stak-i de hand uit naar de kruk van de deur, en telkens veranderde hy die halfvolbrachte beweging in 'n onnoodig neertrekken van 't rechthoekig hemdskraagje dat als 'n juk op z'n schouders lag, of in 'n even onnoodig tegenhouden van 'n gemaakte kuch.
Schynbaar verdiept in de beschouwing der bonte twee-duits-prenten die de glazen voordeur van den aandoeningwinkel maakten tot 'n staalkaart van onbegrypelyke dieren, vierkante boomen en onmogelyke soldaten, dwaalde z'n blik gedurig scheef-uit, als van iemand die vreest betrapt te worden op misdryf. 't Was duidelyk dat-i 'n opzet in den zin had dat ten-eeuwigen-dage moest verborgen blyven voor de blikken van voorbyganger en nageslacht, en wie