De Zwervers van het Groote Leger
Book Excerpt
Maar Willem schudde treurig het hoofd; het lag hem zoo bij, dat hij wel een laag nummer zou trekken.
Ook moeder Jane was begonnen, haar armen jongen nog een woord van troost toe te snikken; maar ongeduldig duwde een der gendarmen Willem naar binnen.
»Allo, vooruit! Je kunt hier den heelen dag niet blijven staan janken!" schreeuwde hij ruw.
Met vreemdstrakken blik liep Willem nu dóór. Uit de raadkamer hoorde hij de nummers afroepen en nu en dan ging een loteling hem voorbij, met roodgloeiend gezicht, of zoo wit als het genummerde stukje papier, dat tusschen zijn vingers beefde.
Hij schuifelde de zaal in; daar zaten of stonden nog een menigte jongelingen hun beurt af te wachten, en niet één keek blijmoedig. Sommigen straalde de wanhoop als een koortsgloed de branderige oogen uit; anderen zaten, met het hoofd op de borst, als geknakte witte bloeme